Nederlands

Informatie

  • 简体中文
  • 繁體中文
  • 繁體中文
  • 繁體中文
  • Nederlands
  • Nederlands
  • English
  • English
  • English
  • Français
  • Deutsch
  • Deutsch
  • Deutsch
  • Magyar
  • Italiano
  • 한국어
  • Norsk
  • Polska
  • Português
  • Português
  • Русский
  • Español
  • Svenska

Zweving in geluid

Zweving ontstaat wanneer twee tonen met een klein toonhoogteverschil tegelijk gespeeld worden. De golven van beide tonen worden dan bij elkaar opgeteld en beïnvloeden elkaar. Op sommige momenten versterken ze elkaar en op andere momenten verzwakken ze elkaar. In het plaatje hieronder zijn twee tonen (f1 en f2) met een klein frequentieverschil getekend. In de onderste golf zijn beide tonen bij elkaar opgeteld (f1 + f2). De optredende zweving door het afwisselend versterken en verzwakken van het gezamenlijke signaal is duidelijk zichtbaar. De frequentie van de zweving is precies gelijk aan het verschil van de twee tonen (f2 – f1).

Zweving van octaven
Door twee tegelijk spelende tonen die ongeveer een octaaf uit elkaar liggen kan ook zweving ontstaan. In dat geval is de zweving hoorbaar die ontstaat uit de optelling van het hogere octaaf en de eerste boventoon van het lagere octaaf. Dit zijn weer, net als bij ‘gewone’ zweving, twee frequenties die dicht bij elkaar liggen.
Zweving ontstaat wanneer twee tonen met een klein toonhoogteverschil tegelijk gespeeld worden
Navigeer naar de bovenkant van deze pagina